Désiré en de molens te Bierbeek

Désiré was voor 1900 molenaarsknecht op de molen in Willebringen waar hij zijn toekomstige bruid Amelie Jochmans heeft gevonden en waar zij trouwen op 8 januari 1898.
In 1902 wordt hij molenaarsknecht in de Brouwerij Artois in Leuven

In 1904 wordt hij zelfstandig molenaar te Bierbeek op de windmolen op het gehucht Meren.
In 1910 sluit hij aldaar nog een huurcontract voor 9 jaar ingaande op 1 november 1910 met als beding dat de wederinhuurname niet meer zal kunnen plaats hebben; we lezen in de huurakte door Désiré zelf geschreven "Een eigendom bestaande uit graanwindmolen, huis en land te Meren onder Bierbeek, groot eenen hectaar 16 aren, palende aan de erven Magits en de straat op Geldenaken mits den jaarlijksen huurprijs van drij honderd tachtig franken"

de molen op het gehucht Meren

Op 25 oogst 1918 koopt hij de eigendom in de Dorpsstraat te Bierbeek waar hij het beroep van molenaar verder zet tot 1941. De molenstenen worden eerst aangedreven met gasmotoren en nadien electrisch.

dorpscentrum Bierbeek met de molengebouwen

Naast de molenactiviteit wordt er ook een café uitgebaat 'Bij de moelder' dat na de dood van zijn zoon Romain in 1972 verandert in de naam 'In de molen'.
In 1920 wordt de windmolen op Meren verkocht door de eigenaars J.Wuyts-Sallets (maalder-burgemeester te Bierbeek-Haasrode) aan Emile Demey en verhuist hij naar Houthem (bij Ieper / West-Vlaanderen) waar hij in 1940 door het engels leger in brand wordt geschoten en vernield.

de windmolen uit Meren zoals hij wederopgebouwd werd in Houthem